Vanaf 2025 wordt de afroming verhoogd naar 30%
In de nieuwe mestplannen van minister Wiersma, waarin zij verschillende maatregelen presenteert om de veestapel in Nederland te verkleinen. Een belangrijke maatregel is het afromen van productierechten bij overdracht. Maar wat houdt dit precies in, en hoe kunnen veehouders zich het beste voorbereiden op deze veranderingen?
Per 1 januari 2025 wil minister Wiersma de Meststoffenwet aanpassen om een afroming te introduceren bij de overdracht van fosfaat-, varkens- en pluimveerechten. Dit houdt in dat bij iedere overdracht van productierechten een korting wordt toegepast op het aantal overgedragen rechten. De afroming is als volgt:
- Fosfaatrechten: 30% korting
- Varkensrechten: 22% korting
- Pluimveerechten: 13% korting
Dit betekent dat wanneer bijvoorbeeld een melkveehouder zijn fosfaatrechten overdraagt, de koper slechts 70% van de rechten ontvangt die oorspronkelijk werden overgedragen. Dit wordt gedaan om de mestproductie verder te reduceren en de mestproductieplafonds te behalen die in 2025 worden verlaagd.
Wanneer Geldt de Afroming?
De afroming geldt voor de ‘normale’ overdracht van rechten, wat betekent dat de productierechten van het ene bedrijf naar het andere worden overgedragen. Dit kan onder andere door verkoop, lease, of verhuur van rechten. Ook bij de overdracht van een compleet bedrijf, bijvoorbeeld bij verkoop of fusie, vindt afroming plaats.
Uitzonderingen op de Afroming:
Er zijn echter enkele uitzonderingen waarbij de afroming niet van toepassing is. Dit betreft onder andere:
- Overdracht binnen het gezin: Als rechten worden overgedragen aan een echtgenoot, geregistreerd partner of een bloed- of aanverwant in de eerste, tweede of derde graad.
- Erfopvolging: Wanneer productierechten door erfopvolging worden overgedragen, geldt geen afroming.
- Inbreng in een maatschap, vof, cv of bv: Bij inbreng van rechten in een gezamenlijke onderneming zoals een maatschap of bv, geldt de afroming niet.
- Overdracht binnen familieverband: Bij de overdracht van rechten binnen een familieverband, bijvoorbeeld binnen een familiebedrijf, is er geen afroming.
Afroming bij Lease van Productierechten
Naast verkoop of overdracht, heeft ook lease van fosfaatrechten (uitgezonderd van de eerste 100 kg, die iedere melkveehouder eenmalig kan leasen zonder afroming) er te maken met de afroming. Bij een leaseovereenkomst wordt de korting maar één keer toegepast, en wel bij de overdracht naar de leaser. Wanneer de rechten vervolgens weer terug naar de eigenaar gaan, wordt er geen afroming toegepast. Dit betekent dat de verleaser minder rechten terugkrijgt dan hij oorspronkelijk had.
Voorbeeld Lease: Stel, een melkveehouder verleased 500 leaserechten. Bij de overdracht naar de leaser wordt 30% afgetrokken, waardoor de verleaser uiteindelijk effectief 350 kg kan verleasen. De afroming, in dit geval 150 kg fosfaatrechten kan de verleaser in het lopende kalenderjaar zelf wel benutten, maar zal in het opvolgende jaar worden afgeboekt.
Omdat de afroming nu eenmaal doorwerkt in de leaseprijs, kunnen we verwachten dat de leaseprijs voor productierechten zal stijgen. Dit geldt niet alleen voor fosfaatrechten, maar ook voor varkens- en pluimveerechten.
Wat betekent dit voor melkveehouders?
De afroming heeft grote gevolgen voor de veehouderij, zowel op korte als op lange termijn. Veehouders moeten niet alleen rekening houden met eventuele hogere kosten bij de overdracht van rechten, maar ook met een mogelijke stijging van de leaseprijzen.
De afroming zal bijdragen aan de vermindering van de mestproductie, maar zorgt tegelijkertijd voor extra druk op de veehouderijsector. Het is belangrijk om bij bedrijfsovername of overdracht goed te plannen en te overwegen of het voordelig is om voor de nieuwe wetgeving in actie te komen.