Het fosfaatrechtenstelsel zorgt voor daling van jongvee
De invoering van het fosfaatrechtenstelsel heeft ertoe geleid dat melkveehouders minder jongvee houden. Het fosfaatrechtenstelsel heeft niet alleen gezorgd voor minder dieren maar ook voor een andere jongveestrategie.
Na de bekendmaking dat het melkquotum zou worden afgeschaft hebben veel melkveehouders ingezet op het vergroten van hun veestapel. Dit heeft ertoe geleid dat veel veehouders meer jongvee aanhielden aangezien het vanuit financieel oogpunt goedkoper was dan het aankopen van vaarzen en/of koeien. Uit cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) blijkt dat het aantal stuks jongvee voor het eerst in 20 jaar onder de 1 miljoen dieren ligt.
Uit het aanhoudingspercentage van het jongvee wordt ook duidelijk dat de jongveestapel krimpt. Zo daalde in 2017 de gemiddelde jongveebezetting onder de 70%. De verwachting voor dit jaar is dat deze rond de 60% zal eindigen, reden hiervoor is dat er nog veel onduidelijkheden zijn omtrent de fosfaatrechtenregels. Ook het aanhouden van kalveren laat een duidelijke daling zien. Zo is in 2 jaar tijd het aanhoudingspercentage kalveren van 37% naar 27% gedaald.
Meer melk per kg fosfaatrecht
De invoering van de fosfaatrechten zorgt ervoor dat melkveehouders strenger zijn in het aanhouden van jongvee, minder jongvee betekent namelijk dat er meer melkkoeien kunnen worden gehouden. Veel melkveehouders hebben dan ook hun ondereind van de veestapel geïnsemineerd met Belgische Witblauwe stieren. Dit blijkt uit de cijfers van CRV. In 2016/2017 steeg het aandeel Belgisch Witblauwe stieren met 35%. CRV verwacht dat dit percentage dit jaar verder zal stijgen.
Het aanhouden van minder jongvee betekend dat de melkveehouder op basis van de fosfaatrechten meer melkkoeien kan houden. Zo heeft een verlaging van de jongveebezetting met 10% op basis van 100 melkkoeien als gevolg dat een melkveehouder 4 koeien extra kan houden. De melkveehouder heeft op deze manier meer melk per kilogram fosfaatrechten.
Management aanpassen
Het aanhouden van minder jongvee leidt ertoe dat er binnen een bedrijf meer veranderd, en dan met name op het gebied van management. Zo kan het zijn dat wanneer een koe voortijdig afgevoerd moet worden er niet vanzelfsprekend een vaars klaar staat. Met deze strategie van minder jongvee moeten de melkveehouders ook inzetten op het verlengen van de levensduur van de melkkoeien.