Geen fosfaatrechten voor zoogkoeien

Voor zoogkoeien geen fosfaatrechten nodig

Het CBb (College van Beroep voor het bedrijfsleven) heeft aangegeven dat zoogkoeien niet onder het fosfaatrechtenstelsel vallen. Dit betekent dat voor deze dieren geen fosfaatrechten nodig zijn. Ook stierkalveren die niet voor de melkveehouderij bestemd zijn vallen niet onder het fosfaatrechtenstelsel.

Het CBb wil met deze uitspraak meer duidelijk geven over welke dieren wel onder het fosfaatrechtenstelsel vallen en welke niet. In april had het CBb zich ook al uitgesproken in een drietal zaken over jongvee ouder dan 1 jaar. Deze uitspraken hebben ertoe geleidt dat vrouwelijk jongvee ouder dan 1 jaar dat na de peildatum is geslacht en niet een kalf hebben gekregen toch in de categorie melkvee vallen. Dit bekent dat voor deze dieren wel fosfaatrechten nodig zijn.

Verschil tussen zoog- en kalfkoeien en toekenning fosfaatrechten

De uitspraak dat voor zoogkoeien geen fosfaatrechten nodig zijn komt uit de zaak die vleesveehouder hebben aangespannen tegen het RVO.nl. Op de peildatum had deze vleesveehouder 21 zoogkoeien, 17 stuks jongvee ouder dan een jaar en 19 stuks jongvee jonger dan 1 jaar. De veehouder wilde voor al zijn koeien ook fosfaatrechten.

Het CBb geeft aan dat het Ministerie van Landbouw bewust een verschil wilde maken tussen melk- en kalfkoeien en aan de andere kant zoogkoeien voor de vleesveesector. Het College oordeelt op basis van de wetsgeschiedenis dat zoogkoeien niet onderdeel zijn van de definitie melkvee. Zoogkoeien vallen volgens het CBb niet onder het fosfaatrechtenstelsel, omdat deze niet bestemd zijn voor de melkveesector.

Bestemming jongvee bepalend voor fosfaatrechten

Het is niet zo dat jongvee jonger dan 1 jaar welke bestemd is voor de fokkerij automatisch onder het begrip melkvee vallen. De betreffende vleesveehouder kon niet aantonen dat de gehouden stierkalveren bestemd waren voor de melkveesector. Dit betekent dat het Ministerie van Landbouw geen fosfaatrechten heeft toegekend.

Voor het vrouwelijk jongvee jonger dan 1 jaar acht het CBb de bestemming van het dier op de peildatum (2 juli 2015) bepalend voor of het dier wel of niet bestemd is voor de melkveesector. Dat de bestemming naderhand nog wijzigt is volgens het CBb niet relevant.