Voor vleesveehouders is er nog steeds onduidelijkheid over de situatie met betrekking tot de fosfaatrechten. Zo is de vrijstellingsregel nog niet definitief en is het nog niet bekend hoeveel fosfaatrechten deze veehouders toegewezen krijgen. Duidelijk is in ieder geval dat de fosfaatproductie van de vleesveehouderij niet onder het regelement van de melkveehouderij valt.
Hoewel minister Schouten op 29 maart jl. al een vrijstellingsregeling presenteerde, waarin staat dat vleesveehouders geen fosfaatrechten voor hun dieren hoeven te hebben. Echter is er voor deze regeling nog geen goedkeuring door de Europese Commissie. Brussel steunt deze regeling, maar wil pas definitieve goedkeuring verstrekken op het moment dat de verplichte notificatieprocedure van drie maanden is afgerond. Deze procedure duurt nog tot halverwege oktober, waarna de regeling ingevoerd kan worden.
Voorwaarden vrijstellingsregeling
Wie gebruik wil maken van de vrijstellingsregeling moet dit voor 1 november besluiten. Wie meedoet aan deze regeling dient de fosfaatrechten terug te geven aan de overheid. Ook dienen ze aan te tonen dat de afgevoerde runderen niet worden gebruikt voor melkproductie in Nederland. Wie gebruikt maakt van de vrijstellingsregeling wordt echter beperkt in de samenwerking met melkveebedrijven. Deelnemers mogen namelijk geen melkveetak of jongveeopfok hebben op het bedrijf.
Onduidelijkheid hoeveelheid rechten
Er heerst nog steeds onduidelijkheid over het aantal toegewezen fosfaatrechten aan vleesveehouders. Dit omdat in het voorjaar de definities voor het vleesvee dat onder het fosfaatrechtenstelsel valt is aangepast. Zo zijn er bijvoorbeeld geen rechten nodig voor jongvee voor vleesproductie, maar wel voor aanstaande zoogkoeien.