Onterecht ingetrokken fosfaatrechten
Vorig jaar werd bekend dat vleesveehouders hun fosfaatrechten moesten inleveren. Dit heeft ertoe geleid dat er bij de RVO.nl honderden bezwaren zijn binnen gekomen voor het ten onrechte intrekken van deze fosfaatrechten. Begin deze maand heeft de RVO.nl een drietal van deze zaken van vleesveehouders behandeld.
Bezwaar tegen het fosfaatrechtenstelsel
In de bezwaren hebben vleesveehouders aangegeven dat een deel van hun jongvee weldegelijk onder het fosfaatrechtenstelsel valt. In eerste instantie was dit ook het geval, maar minister Schouten heeft vorig jaar maart de definitie jongvee aangepast in het fosfaatrechtstelsel. Reden voor deze aanpassing was dat door de ruime definitie melkveehouders eventueel jongvee tijdelijk konden onder brengen bij vleesveehouders. Op deze manier was het mogelijk om het fosfaatrechtenstelsel te omzeilen. De aanpassing in het fosfaatrechtenstelsel heeft als gevolg gehad dat bij vleesveehouders de toegekende fosfaatrechten werden ingetrokken. De reden hiervoor is dat alleen jongvee dat bestemd is voor de melkveehouderij fosfaatrechten krijgen toegekend. Halverwege 2018 hebben een groot aantal van de vleesveehouders een herbeschikking ontvangen met daarbij een rectificatie van het aantal toegekende fosfaatrechten. Een groot gedeelte van deze vleesveehouders had voor de her beschikking hun eerder toegekende fosfaatrechten al verkocht.
Fosfaatrechten en meststoffenwet
Het CBb zal halverwege april een uitspraak doen in een pilotzaak over de intrekking van de fosfaatrechten. Tijdens deze uitspraak moet duidelijk worden of het ministerie van Landbouw de definitie jongvee in het fosfaatrechtenstelsel heeft mogen aanpassen. De rechtszitting kan nog wel eens tot uitkomst hebben dat dit niet heeft gemogen. Reden hiervoor is dat de definitie van melkvee geldt die in de Meststoffenwet in het fosfaatrechtenstelsel omschreven is en niet de definitie die later als beleidsregel is uitgelegd.