Productiejaar niet representatief
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft aangegeven dat voor het bepalen van het aantal fosfaatrechten niet de juiste berekening gebruikt is. De RVO.nl zal opnieuw een berekening moeten maken voor een aantal melkveehouderijen om op een juiste wijze het aantal fosfaatrechten te bepalen.
De manier waarop de gemiddelde melkproductie over 2014 is vastgesteld, is niet representatief. Tot dit oordeel is het CBb gekomen in een aantal rechtszaken die melkveehouders hebben aangespannen. De boeren eisen dat 2016 het juiste referentiejaar wordt.
Gezondheidsproblemen bij dieren
Deze melkveehouders hebben aangeven dat er in 2014 en gedeeltelijk 2015 diergezondheidsproblemen waren. Dit heeft ertoe geleid dat de melkproductie in 2014 en een groot gedeelte van 2015 aanzienlijk lager waren dan in 2016. De RVO.nl was op de hoogte van de verminderede melkproductie, daarom is er gekozen om de gegevens van de peildatum 2 juli 2015 te vergelijken met de dieraantallen op 2 juli 2015 en de (gemiddelde) melkproductie van 2014. Tijdens de rechtszaak heeft de RVO.nl aangegeven dat 2014 niet representatief was en dat er van 2013 uitgegaan moest worden.
2014 niet representatief
Het CBb geeft aan dat het referentiejaar van 2014 niet representatief is voor de betreffende melkveehouders aangezien de melkproductie achter is gebleven. Om het juiste aantal fosfaatrechten toe te kennen moet de RVO.nl een representatief jaartal kiezen.
Dit jaartal hoeft niet per se 2016 te zijn zoals de melkveehouders voorstelden, aangezien er ook een periode is aan te wijzen voor de gezondheidsproblemen. Zo zou 2013 dichter bij de peildatum liggen. Daarmee lijkt het CBb, zonder het in de uitspraak te schrijven, de RVO de kans te geven om inderdaad 2013 als referentiejaar te gaan toepassen.